Gebed voor Jeruzalem
Vader in de naam van Jezus komen wij tot U in gebed voor Jeruzalem en geloven dat U waakt over Uw woord om dat te doen. Uw woord zal niet ledig tot U wederkeren, maar volbrengen waartoe U het zendt.
Daarom komen wij vrijmoedig tot U en doen voorbede voor Israël en in het bijzonder voor Jeruzalem, de stad van de grote Koning.
Want uit Sion zal de wet uitgaan en des Heren Woord uit Jeruzalem. Daarom bidden wij Jeruzalem vrede toe, en mogen wie U liefhebben rust genieten: Vrede zij binnen Uw muur. Rust in Uw burchten. Om mijn broeders en mijn vrienden wil ik zeggen: Vrede zij in u, om het Huis van de Here onze God, wil ik het goede voor u zoeken.
Want de Here heeft gezegd: In Jeruzalem zal Ik Mijn Naam vestigen en Hij zal Koning zijn op de berg Sion en in Jeruzalem.
(Want) Jeruzalem zal blijven voortbestaan op zijn eigen plaats, te Jeruzalem.
"troost, troost Mijn volk", zegt uw God. Daarom wil ik spreken tot het hart van Jeruzalem en haar toeroepen dat haar lijdenstijd is volbracht, want in erbarming keert de Here weder tot Jeruzalem.
En tot haar zal worden gezegd: Vreest niet Sion laten uw handen niet slap worden. De Here uw God is in uw midden, een held die verlost. Hij zal zich over u met vreugde verblijden.
Wij zullen ons mét Jeruzalem verheugen en over haar juichen, allen die haar liefhebben. Want God doet haar de vrede toestromen als een rivier en de heerlijkheid der volken als een overvolle beek.
De Here bouwt Jeruzalem, Hij maakt de grendels van uw poorten sterk, Hij zegent uw kinderen in uw midden, Hij geeft uw gebied vrede. In het laatste der dagen zal de berg van het huis des Heren vast staan als de hoogste der bergen. En alle volkeren zullen erheen stromen en vele natiën zullen optrekken en zeggen: Komt laten wij opgaan naar de berg des Heren, opdat Hij ons lere aangaande zijn wegen en opdat wij Zijn paden bewandelen.
Daarom sta op word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op en gij zult genoemd worden 'BEGEERDE', niet verlaten stad. En Ikzelf , luidt het woord des Heren, zal, haar een vurige muur zijn rondom en heerlijkheid binnenin haar. Jeruzalem zal een heiligdom zijn, de troon des Heren en zal blijven van geslacht tot geslacht .
Daarom zal ik om Sions wil niet zwijgen en om Jeruzalems wil niet rusten, totdat zijn heil opgaat als een lichtglans en zijn verlossing als een brandende fakkel. Jubel luide gij dochter van Sion, juicht gij dochter van Jeruzalem. Zie uw Koning komt tot u en Hij zal alle volken vrede verkondigen.
AMEN
Tekstverwijzingen:
|